Al 45 prinsen ontvingen unieke witzstok
Sambeek- In deze tijd van het jaar zwaaien diverse prinsen de scepter over hun woonplaats. Niet alleen figuurlijk, maar ook letterlijk, deze scepter wordt ook wel witzstok genoemd. Zo’n stok kun je kopen, óf zelf maken. Zoals Cees Kroef dat elk jaar voor prins carnaval in het Knoepersriek doet.
Door Wanda Laarakkers in DeBoK, foto Francis Jacobs
Van jongs af aan stroomt carnaval door de aderen bij Cees Kroef (74). Toen er nog geen carnavalsvereniging opgericht was in zijn voormalige woonplaats Stevensbeek, organiseerde hij al een carnavalsbal. Nauwelijks voet op Sambeekse bodem gezet in 1973, werd hij al lid van het bestuur van de plaatselijke carnavalsvereniging. Elf jaar later werd hij de prins en in 2008 kreeg hij de eervolle titel Knoeper van het jaar. Bovendien deed hij vijftien jaar aan de pronkzitting mee en is een lid van het eerste uur van joekskapel Kuulvoer.
Toen voormalig vorst Wim Verstraaten hem een zogenaamde witzstok liet zien, een houten stok met een prinsenkop erop, dacht Cees; “die ga ik namaken”. Een witzstok, de scepter van de prins carnaval, geldt van oudsher als machtsymbool van een koning. ‘Witz’ is Duits voor grap, of grappig verhaal. Cees: “De kop van de witzstok die we hadden was beschadigd. Mijn zwager die aan de kunstacademie studeerde, restaureerde deze. Een mal maken was nog een heel karwei. Omdat de kop niet zelflossend is, was het gebruiken van een rubberen mal de beste optie. Hierin kon het mengsel van hars, harder en vulmiddel gegoten worden. Dat moet snel want de hars is maar vier minuten vloeibaar. In het begin mislukte dit nog weleens.”
Naast de prinsenkop bestaat de witzstok van de Sambeekse prins uit een houten handgreep. Met behulp van een houtdraaibank en een beitel tovert Cees een simpel stuk hout om tot een sierlijk exemplaar. “ Na het draaien moet de stok geschuurd en gelakt worden, dit herhaal ik een keer of vier. Als de kop zilver is geverfd en op het hout is geschroefd, kan de vorst hem komen ophalen.” Dit carnavalsseizoen maakte Cees voor zijn 45e Knoepersprins een witzstok, hij wordt dan ook wel gekscherend de opper witzstokmeester genoemd. Ook maakte hij eens één seizoen voor elk raadslid een witzstok. “Dat zag er grappig uit. Ook voor mijn kleinzoon Jens, die jeugdprins was, maakte ik er een, en een voor een bekende prins in Tegelen. Maar de witzstokken zijn verder uniek voor de Knoepers en elke prins mag deze houden als aandenken aan zijn prinsschap. Wanneer hij af is en ik de witzstok aan de vorst meegeef wens ik de nieuwe prins heel veel succes en hoop ik dat deze stok daar onderdeel van zal zijn. Hij moet hem alleen niet kwijtraken, want dat kost hem een kratje bier voor de vinder!”